Feiten en fictie

Niet alles dat in boekjes over Veenhuizen staat is waar, alleen kost het soms wat moeite om daar achter te komen. Vooral wetenschappers hebben in het verleden nogal rijkelijk geciteerd uit een 1990 verschenen rapport Historische documentatie en waardebepaling: Veenhuizen, gebouwen, werken, terreinen van de Rijksgebouwendienst.

Door JAN LIBBENGA

Het Rijk wilde begin jaren negentig af van een groot aantal ambtenarenwoningen en gebouwen in Veenhuizen. Die zouden miljoenen kunnen opbrengen waarmee nieuwe cellen gefinancierd moesten worden. Dat bleek minder eenvoudig dan gedacht, zeker omdat het vastgoed niet aan een enkele partij kon worden verkocht. Omwille van de verkoop werd er een rapport opgesteld met een beschrijving en waardebepaling van de panden. 

Een van de opmerkelijkste wetenswaardigheden aangehaald in dit rapport is het administratiegebouw van het in 1906 voltooide nieuwe woongesticht op Veenhuizen I, later beter bekend als Norgerhaven. Dat zou er al sinds 1889 hebben gestaan, even ten noorden van het oude Eerste Gesticht, dat in 1823 door Johannes van den Bosch was gebouwd.

Het administratiegebouw leek, hoewel het rapport geen verdere bijzonderheden vermeldt, onderdeel te zijn geweest van het woongesticht dat in 1889 ook op Veenhuizen I is neergezet. Het huidige Shared Service Center - je ziet het gebouw meteen als je Veenhuizen via Assen binnenrijdt - was ooit bedoeld voor vrouwelijke bedelaars, maar werd na 1904 een werkgesticht.

Omdat de beide gevangenissen Esserheem en Norgerhaven exacte kopieën van elkaar zijn zou Esserheem - opgeleverd in 1899 - dus eigenlijk gebaseerd zijn op het frontgebouw van het latere Norgerhaven.

Aanvankelijk was er geen reden om hieraan te twijfelen, al waren er wel wat vragen: waar was die toegangspoort eigenlijk voor die nergens op uit leek te komen? Waarom zo'n enorm administratiegebouw voor een relatief klein woongesticht voor vrouwen?

Het grootste probleem was toch vooral de grond waarop dit administratiegebouw staat. Op die plek lag namelijk een deel van het oude eerste gesticht. De voorgevel van het nieuwe gesticht lag ongeveer op de plek van de achtergevel van het oude gesticht (tekening links).  Had je een administratiegebouw op deze locatie willen aanleggen, dan had je al een fors deel van het oude eerste gesticht moeten afbreken, waarbij de grote binnenplaats open zou komen te liggen. Maar niets wees daarop.

Al leek de foto boven, genomen rond 1900, wel anders te suggereren, alsof er een flink deel van de voorgevel van het oude eerste gesticht is weggehaald. Maar dat is toch vooral gezichtsbedrog. Bomen ontnemen het zicht op het linkerdeel van de voorgevel.

Dat blijkt ook wel uit een latere foto van het oude eerste gesticht (links). Daarop is wel degelijk de volledige voorgevel te aanschouwen.

Een kaart uit 1899 laat Esserheem in aanbouw zien (twee vleugels, maar nog geen frontgebouw) en op Veenhuizen I staat toch echt nog het oude eerste gesticht in zijn volle glorie. 

Maar er is nog meer. Microfiches uit het Nationaal Archief laten zien dat het administratiegebouw van wat later Norgerhaven zou worden in 1901 is ontworpen. En zo is het ook gegaan. Nadat een eerste vleugel was gebouwd, trok een deel van de verpleegden in het nieuwe woongesticht dat zij zelf hadden helpen bouwen. Bij de tweede vleugel gebeurde hetzelfde totdat in 1906 ook alle fundamenten waren opgeruimd. Op de plaats van de oude binnenplaats werd een parkje ingericht met heesterperken en aan de rand kleine ambtenarenwoningen. Het jaarverslag van 1906 spreekt van een ‘aangenaam aanzien’.

Wat mogelijk een rol heeft gespeeld bij de locatie van het administratiegebouw is de aanwezigheid van goed drinkwater. Veenhuizenaren hadden altijd al een grote vrees voor het uitwendig gebruik van het donkere bruine, zeer troebele branderige veenwater en alleen op 80 tot 90 meter diepte kon met behulp van Norton pompen goed drinkwater worden verkregen. Dat overigens nog wel gefilterd moest worden omdat het sterk ijzerhoudend was. Veenhuizen telde ooit zeven filterhuisjes, waarvan er een op het binnenplein van Esserheem stond en mogelijk ook een op het binnenplein van Norgerhaven. De locatie van die pompen luisterde nauw en niet overal werd goed drinkwater aangeboord.

Esserheem daarentegen kon worden gebouwd zonder dat eerst een oud gesticht werd afgebroken. Het oude tweede gesticht werd ingericht als werkgesticht en is nu het onderkomen van het Nationaal Gevangenismuseum.







Reacties