Gevangenismuseum Veenhuizen begint aan twintigjarige verbouwing

Het Gevangenismuseum in Veenhuizen wil een nieuw gebouw op de binnenplaats en de gesloten carrévorm terugbrengen in oorspronkelijke staat. Dat staat in het twintigjarige 'masterplan'. De eerste verbouwingsfase moet volgend jaar van start.

Het Gevangenismuseum is al enkele jaren bezig met uitbreidingsplannen. een aanvraag van 600.000 euro bij de BankGiro Loterij werd vorig jaar al gehonoreerd en ook de gemeente (twee ton) en de provincie (vier ton) hadden al geld toegezegd.

De huidige u-vorm van het gebouw zal nu in fases worden  uitgebreid, zodat weer de oorspronkelijke gesloten carrévorm ontstaat. Er moet zo'n 15 van de benodigde 120 meter worden bijgebouwd.

Het gebouw in het midden was er vroeger ook. Hier zaten een keuken en wasruimte.

In totaal gaat het nog twintig jaar duren voordat de gehele verbouwplannen zijn afgerond. 'Maar dat betekent niet dat het hier een permanente bouwput wordt', legt Sluiter uit aan het Dagblad van het Noorden.

In de jaren zeventig wist Cornelis Standhardt, hoofd huishoudelijke dienst bij het bureau algemeen beheer, een groot aantal voorwerpen die hij over Veenhuizen had verzameld onder te brengen in de voormalige betonwerkplaats, die door de verhuizing naar Esserheem leeg was komen te staan. In mei 1977 werd daar een eerste Veenhuizer museum ingericht, inclusief directeurskamer uit de koloniale tijd en dito schrijverskamer. 

Onder meer het inmiddels verlaten hospitaalcomplex en het oude werkgesticht bij Norgerhaven kwamen vervolgens in beeld voor wat uiteindelijk het Nationaal Gevangenis Museum zou worden. Justitie, de Provincie Drenthe en gemeente Noordenveld trokken daar in totaal 7 miljoen euro voor uit.

Toch leek Veenhuizen als vestiging voor een landelijk gevangenismuseum eerst niet door te gaan. Niet Veenhuizen, maar Zwolle had daarvoor de beste papieren. Daar stond namelijk een uitgediend huis van bewaring leeg. In Veenhuizen werd gevreesd voor een aanzienlijk verlies op de exploitatie.

Toen ook Zwolle afviel vanwege een exploitatietekort, werd alsnog voor Veenhuizen gekozen omdat het voormalige werkgesticht van Esserheem vrijkwam. Een betere locatie was nauwelijks denkbaar, omdat dit het enige nog overgebleven gesticht uit de tijd van Johannes van den Bosch was.

Reacties