Met de stoomtram (bijna) naar Veenhuizen

Er is een tijd geweest, in elk geval nog tot begin jaren zeventig, dat de toenmalige autobussen in Veenhuizen pal voor de gestichten stopten, op Veenhuizen 2 was de stopplaats de Oude Poort, en op Veenhuizen Norgerhaven.

Tegenwoordig verlaten de bussen de Hoofdweg niet meer, waardoor bezoekers van het Gevangenismuseum en Esserheem een flink eind moeten lopen.

Door JAN LIBBENGA

Ooit was Veenhuizen alleen per trekschuit en later per motorboot bereikbaar. Enige tijd was er nog een paardenomnibusdienst naar Assen die tweemaal per dag heen en terug ging. Maar die was er alleen voor het personeel.

Voor het transport van verpleegden werd pas vanaf 1917 een militaire vrachtauto ingezet, maar alleen voor spoedeisende gevallen. Was er geen plaats voor een veldwachter, dan fietste deze achter de langzaam rijdende wagen aan. De aangelegde grintwegen waren nog stoffig, waartegen dan ook lichtgekleurde stofjassen verstrekt werden. Pas in 1919 kwamen er autobussen voor het vervoer van ambtenaren en schoolkinderen.

Toch had het weinig gescheeld of Veenhuizen had aan een heuse tramlijn gelegen. Diverse keren werd het dorp opgenomen in vervoersplannen. De oudste dateren al van 1893, toen in het kader van het Friesch— Drentsche locaalspoor een tramlijn Steenwijk — Frederiksoord — Gorredijk — Veenhuizen — Assen werd overwogen.

In 1906 doken er weer nieuwe plannen op, dit keer voor het traject Assen—Veenhuizen—Norg—Roden. Dat was in de tijd dat grote landelijke gebieden door de stoomtrams werden ontsloten. Voor zover is na te gaan is geen van plannen ook maar dichtbij realisatie geweest. De hoge kosten voor het smalspoor vormden keer op keer het struikelblok.

De tram kwam intussen wel steeds dichterbij. NTM Drenthe begon met de exploitatie van de lijn Oosterwolde – Appelscha – Hijkersmilde – Smilde – Bovensmilde – Assen. Ook Roden kreeg een tramlijn. Het dorp werd onderdeel van de Drachtster tramlijn van de Nederlandsche Tramweg Maatschappij (NTM).

Rond die tijd, in 1914, lagen er opnieuw concrete plannen voor een stoomtramverbinding, die Smilde met Veenhuizen (‘Hoek Norgervaart’), Norg en Roden moest verbinden. Andere varianten vertrokken vanuit Assen via Ter Haar. Soms was Veenhuizen slechts een zijlijn van een traject dat een rechte lijn trok van Norg naar Assen.

Concurrentie door autobussen en vrachtauto's deden uiteindelijk veel stoomtrams in heel Nederland verdwijnen, zo ook in Drenthe en Friesland. Dat was wel even wennen, ook voor Assenaren. De autobus van Veenhuizen tufte in 1921 soms met 'vervaarlijke snelheid' van de Torenlaan over Brink, Kloosterstraat, Singel en omgekeerd. Er werd dan niet steeds behoorlijk getoeterd, zo klaagden de inwoners.

Meer over Veenhuizen in het boek Paupers & Boeven

Reacties