Verpauperparadijs

Het is het enige stukje Veenhuizen waar je nog kan worden weggestuurd en waar de bordjes verboden toegang betekenis hebben: het voormalige woonwijkje bij Norgerhaven. In de volksmond ook wel het Verpauperparadijs genoemd omdat een van de woonblokken in abominabele staat verkeert.

Door JAN LIBBENGA

Toeristen zullen er niet snel uit eigen beweging komen, want van het oude Veenhuizen I (verscholen achter het Kaaienbos) is niet veel over. Het toenmalige Gouden Regenplein, bestaande uit drie rijen woningen, werd al lang geleden gesloopt. Een mooie witte directeurswoning met zicht op de hei neergehaald.

Toch begon op deze plek de geschiedenis van Veenhuizen met de bouw van het wezengesticht dat in 1823 in gebruik werd genomen en als zodanig nog tot aan de jaren zeventig van de negentiende eeuw heeft gefungeerd. Daarna werd het oude gesticht ingeruimd voor vrouwelijke bedelaars. Die wilde men omwille van de zedelijkheid toch zoveel mogelijk gescheiden houden van de mannen op het tweede gesticht.

Maar het oude eerste gesticht verkeerde toen al in verval. Het was niet zonder enig gevaar dat het bewoond werd. Tachtig procent van de vloerbalken waren vergaan, de kapdelen van vers gehakt sparrenhout waren bijna provisorisch aan elkaar gehecht en aangevreten door houtworm. De zolders waren levensgevaarlijk omdat je zo door de vloer zakte.

En dus werd in de jaren tachtig van de negentiende besloten tot de bouw van een nieuw gesticht, dat nog altijd fier overeind staat, met hoge muren en een binnenplaats. Het was eigenlijk de eerste echte nieuwbouw van Veenhuizen sinds de vestiging van de drie grote kazernes van de Maatschappij van Weldadigheid.

Voor de bouw van het nieuwe gesticht werd afgeweken van de kazernes zoals Johannes van den Bosch die had bedacht. Het lagere personeel kreeg zijn eigen woonwijkje op enkele tientallen meters tegenover het gesticht. Dat werd het Rode Dorp genoemd, naar de rode bakstenen van de woningen, en later het Gouden Regenplein, naar de goudenregen die er stond.

Het oude eerste gesticht bleef echter staan, ook nadat het nieuwe gesticht klaar was. Want de vrouwen zouden hun intrek niet meer nemen in het nieuwe gesticht. Hun aantal was dusdanig teruggelopen dat een groot deel van het gesticht leeg zou blijven staan. Uiteindelijk werden de vrouwen overgebracht naar Leiden. Het oude en het nieuwe eerste gesticht raakten daarop alsnog gevuld met bedelaars die uit het gesloten Ommerschans werden overgebracht.

Waarmee ook weer een nieuw probleem ontstond: dit keer was het nieuwe eerste gesticht weer te klein. Dit gesticht vergroten was een van de opties, maar een groot bezwaar waren de hoge muren. Daardoor was het op de binnenplaats 's winters te koud en 's zomers juist te heet. De 'verpleegden' verbleven liever op de binnenplaats van het oude gesticht.

Rond de eeuwwisseling werd alsnog besloten tot de bouw van een nieuw groter gesticht dat later de naam Norgerhaven zou krijgen. Het kwam gedeeltelijk te liggen op de plek van het oude eerste gesticht, dat in fasen werd afgebroken. Op het overgebleven terrein verscheen het woonwijkje dat er nu treurig bij ligt. Ook aan de Hoofdweg verschenen enkele ambtenarenwoningen. Omdat het aantal bedelaars na 1900 sterk daalde, kon het reeds bestaande woongesticht op Veenhuizen I in 1904 alsnog worden ingericht tot werkgesticht.

Tientallen jaren lang was Veenhuizen I een levendig dorp. In het weekend kon je iedereen zien klussen in hun schuurtjes achter het Gouden Regenplein. Kinderen speelden voetbal op het grasveld.  De dorpsjeugd klitte ter hoogte van de plaatselijke kruidenier wat bij elkaar in minirok en beatle-haar. Op het Gouden Regenplein verrees een hertenkamp met trotse pauwen.

Maar midden jaren zeventig besloot de toenmalige staatssecretaris Glastra van Loon dat de situatie rond de gevangenissen te Veenhuizen onhoudbaar was geworden. Door de komst van een zwaarder kaliber gevangenen naar Veenhuizen bestond in zijn ogen het gevaar voor gijzeling. En dus werd een groot deel van Veenhuizen, waaronder het Gouden Regenplein, plotsklaps ontruimd. Het personeel moest buiten Veenhuizen maar naar vervangende woonruimte zoeken. Veenhuizen I veranderde in een zwaar bewaakt spookdorp. Toen Norgerhaven mocht uitbreiden in de jaren negentig, gingen de historische rijtjeswoningen aan het Gouden Regenplein tegen de vlakte. De huidige Jeugdgevangenis kwam ervoor in de plaats.

Er is helaas weinig op Veenhuizen I wat nog aan de roemruchte geschiedenis herinnert. Mocht justitie het woonwijkje zoals gepland weer vrijgeven, dan zou een plakkaat met uitleg en foto's tenminste weer iets van de sfeer kunnen terugroepen.

Meer over het ontstaan van Veenhuizen en de gestichten op Veenhuizen I in het boek Paupers & Boeven.   


Reacties