Dienstweigeraars in Veenhuizen

Vanaf de jaren dertig werd de experimentele openluchtgevangenis in wat nu Norgerhaven heet, oftewel het nieuwe Eerste Gesticht, onder meer uitgebreid met dienstweigeraars, herkenbaar aan
hun bruine pilo-pak met zwarte kraag. 

Door JAN LIBBENGA

Het merendeel kwam van de gevangenis in Scheveningen. Hun overplaatsing was mede tot stand gekomen door Albert van der Heide, beter bekend als de Rode Dominee. De nieuwe open gevangenis  van Veenhuizen leek hem een mooi systeem. Daar dachten de dienstweigeraars zelf anders over.

Van de mannen werd absolute en onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan de letter van het reglement geëist. Om de haverklap werd er gedreigd met de cel. Klaagden ze bij de directeur, dan werd hun straf nog verder verzwaard.

In de jaren dertig trok een groep geestverwanten wekenlang wandelend door Nederland om voor de zoveelste keer aandacht te vragen voor de ‘toestanden’ van de dienstweigeraars in Veenhuizen. In Veenhuizen zelf kwamen ze overigens niet verder dan een dam voor de poort van het Eerste Gesticht. Daar stond een politiekordon opgesteld van ‘niet  minder dan 15 zwaargewapende marechaussees met 4 misbruikte honden, ter voorkoming dat deze 26 ongewapende vrede-betogers Veenhuizen zouden bestormen gelijk de bekende Bastille te Parijs in 1789.'

De overplaatsing van principiële dienstweigeraars, toen nog gedetineerd in Fort Spijkerboor in de Beemster, was al eens eerder ter sprake gekomen in 1920. De Kamer vond een verhuizing naar Drenthe geen goed idee. Tal van personen die in Veenhuizen waren opgenomen, stonden op ‘zulk een laag zedelijk peil’ dat van het voortdurend samenzijn ‘een groot nadeel was te duchten’.

Niet veel later verleende koningin Wilhelmina gratie aan een groot aantal in Veenhuizen verblijvende dienstweigeraars. 

Veenhuizen bleef echter ook na de Tweede Wereldoorlog dienstweigeraars ontvangen. Voor zogeheten Indië weigeraars, jongens die niet tegen Soekarno wilde vechten, werd barakkenkamp Bankenbosch ingericht. Daar kwamen later ook Jehovah's Getuigen te zitten. Voor veel Jehovah’s Getuigen was Bankenbosch ‘het seminarie, waar menige student aan de hogeschool voor theologie jaloers op zou zijn’, aldus Ernst Snijder, die in juni 1969 op transport naar Veenhuizen werd gezet.

Begin jaren zeventig zat de Amsterdamse politieke dienstweigeraar Theo Bakker enige tijd in Veenhuizen voordat hij werd overgebracht naar Hoorn. Hij werd door Amnesty International geadopteerd als eerste Nederlandse politieke gevangene en werd gesteund door diverse politieke partijen, jongerenorganisaties, Pax Christi, VVDM, en Moeders willen vrede. Hij verbleef in het kale vertrek in het Veenhuizense gevangenen-hospitaal nadat hij eerst in Norgerhaven had gezeten.

Veenhuizen had echter niet het alleenrecht op dienstweigeraars. Bekender werd het militaire strafkamp in Nieuwersluis bij Utrecht. In de jaren zeventig van de vorige eeuw werden hier ook totaalweigeraars opgesloten. Hiervandaan werden ze overgeplaatst naar gewone Huizen van Bewaring.

In 1981 kreeg het de naam Militair Penitentiair Centrum Nieuwersluis. De militaire gevangenis hield in mei 1999 op te bestaan. De dienstplicht was inmiddels opgeschort. 

Foto: Meesterschilder Pieter Cornelis de Graaf na internering in Veenhuizen wegens dienstweigeren terug in Amsterdam (Collectie Stadsarchief Amsterdam).

Meer over Veenhuizen en de dienstweigeraars in het boek Paupers & Boeven.


Reacties