Veenhuizen als nieuwe proefkolonie

De Stichting de Nieuwe Rentmeester die onlangs tachtig rijkspanden overnam heeft nog niet het achterste van zijn tong laten zien. De stichting, in 2021 opgericht door BOEI en Stichting Het Drentse Landschap, wil eerst met bewoners en huurders van de panden rond de tafel zitten en gezamenlijk plannen ontwikkelen.

Uit de eerder gepubliceerde hoofdlijnen valt al wel de ambitie af te lezen. De samenstellers spreken over een nieuwe proefkolonie, waar organisaties kunnen landen rondom de thema’s duurzaamheid, energietransitie, landbouw, detentie of zorg.

Rust, reinheid en regelmaat; het bekende rijtje past volgens het bestuur bijna naadloos bij de opzet van Veenhuizen. Het gebied is ingericht volgens een duidelijke structuur en in het gebied heerste een sterke hiƫrarchie.

Een bezoeker moet straks, beter dan nu, weten dat Veenhuizen een interessante plek is om te bezoeken in Noord-Nederland. Je gaat ernaar toe en je komt er beter vandaan. Het gevoel even los te komen van de dagelijkse onontkoombare prikkels is vergelijkbaar met dat wat de Waddenzee met haar eilanden biedt.

Er is ook ruimte voor een eigen energieopwekking vanuit hout of velden met zonnepanelen bijvoorbeeld. Dit sluit volgens de organisatie naadloos aan bij de monumentale turfgasgenerator die in de elektriciteitscentrale van Veenhuizen nog (draaiend) te zien is. Maar ook eigen voedselproductie op de aanwezige landbouwgrond is denkbaar.

Pionieren is een woord dat past bij Veenhuizen. Het past bij het ontginnen van de woeste gronden. Het maakt Veenhuizen tot een spannende plek, een plek waar van oudsher ruimte was voor deze gedurfde
initiatieven, op een gedurfde plek in het landschap, waar je niet verzeild raakt maar gericht naartoe
moest, een plek voor initiatiefnemers, durvers, creatievelingen, ondernemers, korte lijnen, zoals
Johannes van den Bosch in de 19e eeuw deed.

De stichting denkt dat je met kunst en design het karakter van het dorp kunt versterken. In het Ruhrgebied heeft de Emscherkunst bijgedragen aan het imago van ‘vies’ naar ‘hip’.

Daarnaast zouden congressen over bijvoorbeeld re-integratie van ex-gedetineerden en
maatschappelijke uitsluiting in Veenhuizen plaats kunnen vinden. Het aantrekken van bedrijven en
kennisinstellingen vanuit deze kernwaarde en het stimuleren van de betrokkenheid van plaatselijke
ondernemers maakt het gebied (opnieuw) herkenbaar.

Foto Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Reacties