Krankzinnig in Veenhuizen

Een verslag van het Staatstoezicht op krankzinnigen en krankzinnigengestichten had in 1898 al geconstateerd dat er een groot aantal in Veenhuizen verblijvende personen, zonder krankzinnig verklaard te zijn, 'deskundige observatie en psychiatrische behandeling behoeven'. De selectie van deze verpleegden liet nogal te wensen over. Eenmaal vrij waren sommige van deze verpleegden ook niet geheel ongevaarlijk.

Door JAN LIBBENGA 

Ook een latere staatscommissie concludeerde dat de grenzen tussen krankzinnigheid en misdaad 'menigmaal uitgewischt' waren en de verpleging van krankzinnig geworden misdadigers oorzaak was van 'veel zorg, omdat vaak buitengewone maatregelen noodig bleken om ontvluchting en zelfmoord te voorkomen.'

Twee roemruchte gevallen haalden de nationale pers. 

Op 16 februari 1907 werd voor zijn woning een aanslag op de minister van justitie Eduard Ellis van Raalte gepleegd. De dader Simon Polak schoot in de Amaliastraat vier keer op de minister. Drie kogels misten hem en een vierde bleef in zijn overjas steken. Polak schreef daarmee de eerste politieke moordaanslag in Nederland op zijn naam.

Polak was boos over de wijze waarop hij als oud-muzikant in het leger was ontslagen en over de hoogte van zijn pensioen. De 53-jarige  man, in 1895 als sergeant-boomblazer uit Indische dienst ontslagen, kon niet rondkomen zijn de uitkering. Hij was toen gaan bedelen, en ten gevolge daarvan een half jaar naar Veenhuizen gezonden.

Polak werd ontoerekeningsvatbaar verklaard en alsnog veroordeeld tot 1 jaar in een krankzinnigengesticht.
 
In 1914 werd een zekere Hendrik Duderstadt opgepakt, omdat hij een dreigbrief aan de minister van justitie had geschreven. Later volgde nog een dreigbrief aan de burgemeester Van Hamel van Amsterdam en de hoofdcommissaris van politie. De man, die enige jaren in Veenhuizen had doorgebracht, wilde 150 gulden anders zou hij met een vuurwapen optreden. Van Hamel had de man zelfs nog aan een betrekking geholpen. 

Meer over Veenhuizen en de verpleegden in het boek Paupers & Boeven.



Reacties