Dorus in Veenhuizen

Of Tom Manders alias Dorus echt in Veenhuizen heeft gezeten, voor het rijden onder invloed, is een gerucht dat tot op heden eigenlijk nooit is ontzenuwd. Vaststaat dat Manders in 1957 optrad voor gedetineerden in Norgerhaven. 

Door JAN LIBBENGA

Vanaf 1953 was Manders betrokken bij de inrichting en programmering van Carel Kamlags revuecafé Saint-Germain-des-Prés aan het Rembrandtplein in Amsterdam. Manders trad daar zelf op als het typetje dat zou uitgroeien tot de zwerver Dorus. In de jaren vijftig en zestig was Manders in die hoedanigheid enorm populair, zowel op radio als tv.

In 1957 kreeg Manders een brief van de directeur van Norgerhaven. Aanleiding was de suggestie van een damesweekblad dat de zwerver Dorus in Veenhuizen opgesloten zat. Jeugdige lezeressen schreven hem lieve briefjes.

De directeur van Norgerhaven schreef aan Manders dat de 200 tewerkgestelden in zijn gesticht 'u een warm hart toedragen' en hij het op prijs zou stellen 'u eens in deze omgeving te ontmoeten'. 'U zou ons zeer verplichten en de gedetineerden in hun vaak toch al zo sombere bestaan een enorm plezier doen wanneer u eens een avond in dit gesticht met uw liedjes en praatjes zou willen vullen'. Manders zag dat wel zitten. Hij trad er op met Cor Steyn, Jan Blaaser, Dick Engelbracht en Sacha Dénissant.

En van het een kwam het ander. Samen met Gijs Stappershoef wilde Manders in 1958 een speelfilm met Dorus in de hoofdrol. De N.V Polygoon Profilti in Haarlem had er wel oren naar. Terwijl de onderhandelingen met deze producent nog gaande waren, liet Manders alvast sneeuwopnamen maken in Veenhuizen en in Eemnes.

'Elke winter treft men deze vrijbuiter in de strafgestichten te Veenhuizen,' zo stond in het draaiboek te lezen. 'Tegen het voorjaar verdwijnt hij weer om nieuwsgierig rondtrekkend door ons land met een handeltje in garen, band of schrijfpapier een karige boterham op te scharrelen.' Achter iedere lach zal men een klein beetje die menselijke kant kunnen ontdekken, beloofde Manders.

Hoewel het een sprekende film zou worden, waaraan ongeveer honderd en twintig (meest niet professionele) acteurs mee zouden werken, zou Dorus een vrijwel zwijgende figuur zijn. Slechts eenmaal zou Dorus die stilte verbreken dooreen liedje te zingen. Zelfs de titel van de rolprent stond al vast: Dorus no. 31571.

Maar de film kwam er niet meer. Manders en Stappershoef werden het niet eens met Polygoon en trokken hun draaiboek in. Bij Polygoon-Profilti was men van mening dat vooral de sprekende radio-Dorus in de film aan bod diende te komen. Het scheppende duo Manders en Stappershoef wilde dat de zwijgende televisie-Dorus de hoofdpersoon moest zijn. 

Meer over Veenhuizen en zijn geschiedenis in het boek Paupers & Boeven.

Reacties