Johan Willem Frisokazerne begon met Veenhuizen

Staatssecretaris Van der Maat van Defensie heeft tijdens een overleg met een Drentse delegatie aangegeven dat sluiting van de Johan Willem Frisokazerne in Assen op termijn een 'serieuze optie' is. Sluiting betekent het verlies van zeker 1000 directe arbeidsplaatsen, 500 opleidingsplaatsen en de daarbij behorende indirecte werkgelegenheid in de regio Assen. De legerplaats Assen begon met Veenhuizen.

Door JAN LIBBENGA

Al sinds 1841 bood Assen onderdak aan een detachement militairen die uit Coevorden kwamen. Die waren er gelegerd om gevangenen te bewaken in een oud bouwvallig gebouw in de Kloosterstraat, waaruit zij makkelijk konden ontsnappen. Uiteindelijk kwam het nieuwe Huis van Bewaring in Assen gereed. In 1853 nam het gemeentebestuur het tegenwoordige gemeentehuis in gebruik en werd het ontruimde gebouw, aan de Groningerstraat, tot kazerne aangewezen. 

Het nieuwe garnizoen er mede geplaatst vanwege de nabijheid van de latere rijkswerkinrichting in Veenhuizen. Militaire ondersteuning bij reguliere gevangenissen was in die jaren gemeengoed, maar niet in het bedelaarsgesticht Veenhuizen, waar gepensioneerde militairen de bewaking verzorgden. Van de diensten van de militairen werd door de Maatschappij van Weldadigheid voor zover bekend geen gebruik gemaakt, ook niet na ongeregeldheden.

Daar kwam pas verandering in toen in 1876 er een enorme opstand dreigde in Veenhuizen door toenemende beperkingen die het Rijk de verpleegden oplegden.

Om te voorkomen dat bedelaars na een eerder verblijf terugkeerden naar Veenhuizen, mocht een heleboel niet meer in de Drentse kolonie. Na het besluit dat ook geen jenever mocht worden geschonken tijdens de jaarwisseling, dreigden duizenden verpleegden met muiterij. In alle haast werd toen de infanterie naar Veenhuizen gestuurd. De militairen werden uiteindelijk gehuisvest in het toenmalige Derde Gesticht en kregen in de vroege jaren tachtig van de negentiende eeuw een eigen militaire kazerne met exercitieterrein, de latere Gewa kazerne.

Daar bleven ze ook toen in 1893 in Assen het eerste kazernegebouw in neo-renaissancestijl gereed kwam. Het transport van Assen naar Veenhuizen verliep in die jaren nog altijd per trekschuit en dus konden militairen bij onraad niet snel genoeg in Veenhuizen zijn. Een lokale aanwezigheid bleef gewenst.

In 1902 veranderde de situatie wederom: rond die tijd werd een telefoonlijn aangelegd tussen Veenhuizen en de militaire kazerne in Assen. Bij onraad kwam een detachement wielrijders in actie die gebruik konden maken van de nieuw aangelegde grindpaden. 

In 1909 is uit Assen nog een detachement infanterie, met twee officieren en 100 onderofficieren en minderen, onder bevel van kapitein Weenink naar Veenhuizen gestuurd toen er een grote staking uitbrak. Na die tijd werd de hulp van de Asser militairen nauwelijks meer ingeroepen. 

Voor de buitenbewaking in Veenhuizen werd de marechaussee aangetrokken, die er met tussenpozen tot aan de Tweede Wereldoorlog bleef.

Meer over Veenhuizen en zijn geschiedenis in het boek Paupers & Boeven.

Reacties