Kolonie Veenhuizen wordt 200 jaar

De kolonie Veenhuizen bestaat komend jaar 200 jaar. Het dorp laat het herdenkingsjaar in april beginnen, waarna de feestelijkheden een jaar gaan duren. Een commissie inventariseert momenteel allerlei ideeën om het jubileum verder vorm te geven.

Door JAN LIBBENGA

In 1823 kocht de Maatschappij van Weldadigheid grond aan voor de vestiging van drie enorme wezengestichten, het was het tot dan toe grootste project van oprichter Johannes van den Bosch na onder meer Frederiksoord, Willemsoord, Merksplas en Ommerschans.

Het is lastig om een specifieke datum te noemen waarop de kolonie 200 jaar oud is, maar de oplevering van het Eerste Gesticht op 11 oktober 1823 is misschien wel het belangrijkste moment geweest.

De toenmalige directeur Wouter Visser meldde: 'Nog heb ik de eer ter kennis der Permanente Kommissie te brengen, dat het hoofdgebouw te Veenhuizen is afgewerkt, waarom ik ingevolgen art. 41 van het bestek, door den aannemer ben geinformeerd, welke overeenkomstig datzelfde art. verlangt dat het gebouw worde opgenomen; ik neem de vrijheid de P.K. te verzoeken een geschikt persoon tot dat einde te benoemen en mij daarvan te informeren'.

In april van dat jaar werd begonnen met de aanleg van de Kolonievaart vanuit Huis ter Heide, een behoorlijke klus omdat geen graafmachines voorhanden waren. Niet eerder dan in juni was het kanaal gereed en konden materialen per schip worden aangevoerd. Die maand begint men met veenhouwen en zandschieten, oftewel het bewerken van de grond.

In augustus 1823 moet zijn begonnen met de aanleg van dwarsvaarten en moet het Eerste Gesticht in de steigers hebben gestaan. Aanvankelijk moest dat gesticht in september worden opgeleverd, maar het werd ondanks een boeteclausule voor de aannemer oktober.

Opleveren wil niet zeggen dat het gesticht ook af was. In november moest het nog in de verf worden gezet.

Pas op 19 februari 1824 kwamen de eerste wezen aan in het kinderetablissement.

Veenhuizen is niet in een jaar gebouwd. In 1824 en 1825 kwamen de twee andere gestichten gereed. In 1826 waren ook de twee kerken (Hervormd en Katholiek) klaar. Tegen die tijd had Veenhuizen al een andere bestemming gekregen. Omdat gemeenten niet wilden meewerken met het opzenden van wezen, werd het Tweede Gesticht bestemd voor bedelaars.

Meer over Veenhuizen en zijn verleden in het boek Paupers & Boeven.



Reacties