Sleurleven

In 1905 moet Veenhuizen nog behoorlijk geïsoleerd zijn geweest, zo blijkt uit een bericht van de Utrechtsche Courant van dat jaar. 'Wanneer ge in Drente komt is treffend het isolement van Veenhuizen. En zeker is het noodig voer de verpleegden die afzondering als het ware uit de maatschappij. Maar wat wij niet begrijpen is dit, dat het isolement moe kleingeestig is doorgetrokken.'

Door JAN LIBBENGA

Wanneer je namelijk fietste van van Groningen over Peize en Norg en Westervelde naar Veenhuizen, 'dan treft het u dat ge van Westervelde dicht bij Veenhuizen komende, plotseling komt te staan voor een harren zandweg. Plotseling houdt de goede weg op en nog meer staat ge verbaasd, als ge na een tien minuten dien zandweg afgeloopen te- zijn, dan weer een goeden weg krijgt.'

Enorm hinderlijk was die zandweg natuurlijk voor de wagens uit Norg, vooral voor de kooplieden.

Ook de verlichtitjg in Veenhuizen was in die jaren - de elektriciteitscentrale moest nog gebouwd worden - uiterst gebrekkig is; hier en daar een lantaarn met een petroleumlampje. 'Doordat men er petroleumleumlicht heeft kunnen ook de verpleegden 's winters na 4 uur niet veel meer werken.

'Ook hoorden we dat de Veenhuizer ambtenaren alles doen om elkaar nuttige, gezellige avonden te bereiden, maar het ontbreekt er aan een flink gebouw voor snmenkomsten. Dat is zeker niet bevorderlijk voor de geestesontwikkeling van de lagere ambtenaren, wier tractemant natuurlijk niet toelaat veel lectuur te koopen. Is het een wonder, dat een mensch, zoo levende, ten slotte bekrompen-wordt en eenzijdig en weinig of niets ook meer gaat voelen voor het Hoogere, als zijn leven een sleurleven is geworden? Maar..., wacht... wie weet, hoe spoedig daar verandering-in. komt. Straks fietst ge over een goeden weg van Groningen naar Veenhuizen, zonder afstap. Electrisch licht, een tram, of automobieldienst, een groot ontspanningslokaal enzoovoort.

Die tram is het enige die er nooit is gekomen. 

Meer over Veenhuizen in de hernieuwde editie van  het boek Paupers & Boeven.