Truus van Zuiden: onderduikster te Veenhuizen

Truus van Zuiden is zestien jaar als ze in de oorlog moet onderduiken omdat ze Joods is. In tweeënhalf jaar tijd verblijft ze op dertien verschillende adressen in Nederland. Ze woont in huis bij gereformeerden, katholieken, verzetsmensen en zelfs bij NSB’ers. In elk gezin past Truus zich onmiddellijk aan. 

Door JAN LIBBENGA

Veenhuizen werd haar dertiende onderduikadres, een dorp dat zij niet kende, maar waar ze zich bij de familie van hoofdonderwijzer Van der Linde onmiddellijk thuis voelde. In Veenhuizen besloot zij niet langer als Janna Maria door het leven te gaan, maar haar eigen voornaam Truus weer te gebruiken.

Toen Truus vanwege een longontsteking verpleegd werd door Aaltje Woering uit Veenhuizen, maakte ze kennis met het ondergrondse verzet. Zo hoorde ze over geheime wapendroppings in het bos en bij het veen. Bij de familie Woering zag ze de schuilplaats die tijdens razzia’s gebruikt kon worden. Najaar 1944 kwam deze schuilplek van pas: er lagen twee piloten van een neergeschoten bommenwerper gewond in het bos.

Ook kwam Ab Assies als onderduiker bij de familie Van der Linde. Hij nam haar in vertrouwen en vertelde dat hij gezocht werd vanwege zijn leidende rol in het verzet en zich daardoor onmogelijk op straat kon vertonen. Daarom had hij haar nodig als koerierster, maar de familie mocht er niets van weten. Ze begon met het doorgeven van wachtwoorden aan het kruidenier Emo Paapst in het oude Tweede Gesticht. 

In de laatste weken voor de bevrijding hielp ze Franse para's die met parachutes in Drenthe waren geland. Ze verborg wapens in fietstassen en bracht burgerkleding naar de Fransen. Haar broer Max kwam ze in Oosterwolde tegen. Samen met andere jongens uit Fochteloo had hij daar NSB’ers verzameld. Hun vrouwen en kinderen waren in een prieeltje bijeengedreven. Max drukte haar een pistool in de hand om hen te bewaken. 

Het afscheid van Veenhuizen viel haar zwaar, de sfeer van saamhorigheid was weg. Later bleek dat haar moeder gruwelijk mishandeld was in Auschwitz, maar met een gewicht van krap 35 kilo toch nog levend in Nederland was teruggekomen.  In totaal 44 andere familieleden van de Van Zuidens, waaronder haar vader, hebben de oorlog niet overleefd.

Truus van Zuiden geeft nog regelmatig voorlichting op scholen, is vaak in Westerbork en is actief voor stichtingen die struikelstenen plaatsen. 

Truus van Zuiden spreekt 5 mei in Veenhuizen in het Gevangenismuseum tijdens een lezing over de Tweede Wereldoorlog.

 

Reacties